28 april, 2007

Marcus Valerius Martialis

Candidus’ bezit

De dingen die je hebt, heb je alleen,
en Candidus, hier zijn ze een voor een:
je huizen in het veld heb je alleen,
je kluizen vol met geld heb je alleen,
je goud en porselein heb je alleen,
je oude flessen wijn heb je alleen,
je geniaal talent heb je alleen,
je hart dat niemand kent heb je alleen.
Al wat ik hier vermeld heb je alleen,
maar niet je vrouw, want die heeft iedereen.



Uit: Martialis, Romeinse epigrammen, Querido, 1996,
vertaald en ingeleid door Frans van Dooren


Origineel:

praedia solus habes et solus, Candide, nummos,
aurea solus habes, murrina solus habes,
Massica solus habes et Opimi Caecuba solus,
et cor solus habes, solus et ingenium.
omnia solus habes - hoc me puta velle negare -
uxorem sed habes, Candide, cum populo.

Uit Martialis, Liber III, 26, Another insanely ambitious project


25 april, 2007

Pietersz van calumburgh

OVERGANG

Ik zou de gevlekte roze huid

van je geschuurde rug willen scheuren.
Zo babyzacht ben je niet honey.

Zwaar als bunkerbeton
leunen de waaromwoorden
op geleende schouders.

Niemand weet van het eelt op je knieën.
Is het daarom dat jouw fladderrokken
zo lang en treurig gekleurd zijn,

of heb je nog meer bloed te verbergen?

21 april, 2007

Case

klok en klepel
op de Woorddansers

klok en klepel het geluidmakend duo

ook wel genaamd de luchtverplaatsers
of het subsidiekanalen bevarend audio
visueel ondersteund gebeuren, laatst ‘s

heb ik het genoegen gesmaakt om
niet al te hoog aangeslagen
deel uit te maken van de doelgroep:
dolenthousiast aangeraakt, recht

in m’n smoeltroep, taal als ‘n
hele hoop praats, adrenaline limonade
uit twee gorgelende zwanenhalzen, ja,
niet dat je alles even goed verstaat

maar zeuren doe we nou dus effe nie:
ook de raad vindt dit echt poëzie

18 april, 2007

P.A. de Génestet

Deftigheid*

Bastaard van den ernst, die frazen
tot een schijn van reden plooit,
en temet een schaar van dwazen
heilig zand in de oogen strooit!
Die onzinnige vertoogen
uitbrengt met een hoog gewicht,
als gewerd u, uit den hoogen,
(ach!) een officieel bericht!
Farizeesche, die uw naaktheid,
die uw ijdel zielsbestaan
hult in plooien vol gemaaktheid,
in den mantel van den waan!
Gij, die nooit een hart bekoorde,
brandend van wat heilig vuur;
schrik van waarheid en natuur,
die de gratiën vermoordde!
Ja, die ter onzaalger uur
om het heilge te verkonden,
ons een toon hebt uitgevonden,
die ’t gebed van ’t vroom gemoed
in een lach verkeeren doet ...
Hoor wie u bewondren mogen -
God vergeef me zoo ik me ooit
in uw plooien heb geplooid! -
ik veracht u als de logen;
en ik zegende den dag,
dat ik u, door schrik bevangen
voor der waarheid ronden lach,
aan een witte das verhangen
ergens plechtig bunglen zag!



* De Génestet doelt hiermee op de plechtige hooghartigheid van sommige dominees en theologen

14 april, 2007

Adriaan Krabbendam

Herberg de schaamte
Op een leeuw van een bar seizoen

er was een yes een b-leeuw een ka met kinderen en nekvel

terwijl haar demagoog recht de camera in spoog
in het wilde weg vloekte onder zijn bakkes zijn
mom veelvuldig oprotte in de glimzaal van god

even m’n ogen bijwerken

ik ben de moede zitzak de drenzende dikkerd
die zich doodlacht voor dooie deuren

de malicieuze malloot

er was een yes en een b
er was een k met kroost

elke
gespalkte
baviaan
die nog
zijn mond opendoet


even m’n ogen bijwerken

let niet op haar het is mijn vrouw
wij houden daar niet van
wij van ons


hoe dood ook

of t helpt? wablief blond of rond of kont
je komt er de winter mee door
vastgeklemd in de overvolle vergadering
bralzuchtige gelijkstemmigen


wij bezitten geen nacht dan de hunne
want waar werd dat wij wij wij
recht hebben op de dood
wij alleen wij wij wij
in onze godseigen goot


en op elke grasspriet
die ons niet toebehoort


wij van ons
en onze wadi


met steun van ameriKajaja

even m’n ogen bijwerken

11 april, 2007

Cornelis van der Wal

Op deze plek stond het 'anti-Drieklied' van Cornelis van der Wal. Van der Wal heeft ons helaas verzocht het vers te verwijderen, kort nadat wij het Anti-Fries Volkslied van Driek van Wissen plaatsten. Van der Wal is van mening dat dit gedicht discriminerend is voor Friezen.

07 april, 2007

Willem Godschalck van Focquenbroch

Een Hollandsche vuyst-slagh, op een Brabandsche koon.


Een Antwerpsche Mis-pop,
Een Swijn van den Bisschop
(Om Ravens te aesen,)
Derft hier komen raesen,
En gnurcken, en knorren,
En schelden, en morren,
En kijven, en kauten,
Met Rijmen vol fauten:
En maeckt sleghs wat veersen;
Voor Hollandtsche Neersen.
En leyt hier te singen
Van Geusen te dwingen,
Alsof meester Barendt,
Die Roovenden Arent,
Sijn grijpende pooten
In Steeden, en Slooten
Soo licht'lijck sou krijgen,
Als hy ons kan drijgen.
Neen Antwerpsche Trommel!
Al waer jy de Drommel,
En Barendt sijn Besje,
Soo sult ghy het Nesje
Van Hollandt niet stooren.
Schijt al uw Cibooren,
Daer Priesters, en Papen,
Meê speelen als Apen.
Men sal in uw Kelcken
De Swijnen noch melcken,
Wanneer ons uw landen,
Weer komen in handen.
Dan sal men u wijsen,
Wat Hemelsche spijsen
Dat Papen, en Fielen,
Soo Godloos vernielen;
Wijl sy die door 't backhuys
Sleghs senden na't kackhuys.
Als zijnd' een godtloosheyt,
Vol duyvelsche boosheyt,
Die sellefs een Heyen
Son moeten beschreyen,
En die dese blinden
Noch Christelick vinden.
Maer seght eens, ghy Uylen!
(Wiens jancken en huylen
Voor Beelden, en Poppen
Wiens suchten, en kloppen,
0p Wambais, en knoopen,
Wiens rennen, en loopen
Om Jacob sijn schelpen,
Al soo veel kan helpen,
Als of ghy de sticken
Eens vaet-doecks gingt licken)
Wat komt u doch over?
Dus langer hoe groover,
Op Hollandt te schelden?
Met vloecken, en rasen,
Ons hier te verbasen?
Ba neen doch; wy schijten
Eens in uw verwijten;
Want 't kan ons niet deeren,
Aen rock of aen kleeren.
Of ghy ons voor Ketters
Voor Beelden-verpletters
Voor Branders, voor Stoockers,
Voor Nickers , voor Roockers,
Voor Roovers , en Branders.
Komt schelden, of anders,
Ghy mooght sen die gecken
Der maersen eens lecken.
Gaet bruyt metje Trommel,
Vol Antwerps gerommel,
Indien ghy wilt kijven,
By Lepel-straets-wijven,
Waer dat ghy by Bayken,
By Jenne, of Mayken,
(Daer ghy by verkeert hebt)
Dat deuntje geleert hebt.
Het schijnt dat uw Keel is,
Als die van Broer Kneelis;
Die nimmer de Staten
Met vreede kon laten,
En altijt met schande
De Princen aenrande,
Die was in die tyen
Wel fix op't kastyen,
Op nonnen, en Queesels,
Dat lappen, en veesels,
Haer 't Aersgat afhingen:
Maer wilt ghy die dingen,
Van Barendtjes weegen,
Op ons hier doen plegen,
Soo maeck j'een collatie
(Behouwens uw gratie)
Wiens droevige botheyt
Wel toon, dat ghy sot zijt.
Want Fijn Man! al willen
De Nonnen haer billen
Dat quisplen, en streelen
Der Papen wel veelen,
Soo weet ghy wel beter,
Dat ons soo de veeter,
Door schelden, en drijgen,
Niet los is te krijgen:
Oock moocht ghy wel weeten,
Dat Hollandtsche scheeten
Uyt 't Aers-gat der Geusen,
Met Brabandtsche Neusen
Soo slecht accordeeren,
Dat ick wel derf sweeren,
Dat ghy haer uw klouwen,
Van 't gat wel sult houwen.
Des komt geen genade
Ons thans noch te stade;
Gelijck sy nae desen
Aen u wel sal wesen;
Wanneer men eer lange
U light sal sien hangen.
Wel houd dan goe teeck'ningh,
En schrijft vry die reeck'ningh
In't bladt van je balge,
En hanght 't aen de galge.
En laet in die boecken
De duyvel dan soecken

Wat quaets gh' in uw leven
Daer in hebt geschreven;
Soo sult gh' uw papieren,
Gedoemt sien ten viere,
En ghy aen den Koningh
Van Heyntje-mans wooningh
Langh roepen; Och armen!
Wild onser ontfarmen.

U Y T.

04 april, 2007

Emma Burns

Op deze plaats stond het gedicht "het onze Pom" van Emma Burns. Burns heeft ons helaas verzocht het te verwijderen.