18 april, 2007

P.A. de Génestet

Deftigheid*

Bastaard van den ernst, die frazen
tot een schijn van reden plooit,
en temet een schaar van dwazen
heilig zand in de oogen strooit!
Die onzinnige vertoogen
uitbrengt met een hoog gewicht,
als gewerd u, uit den hoogen,
(ach!) een officieel bericht!
Farizeesche, die uw naaktheid,
die uw ijdel zielsbestaan
hult in plooien vol gemaaktheid,
in den mantel van den waan!
Gij, die nooit een hart bekoorde,
brandend van wat heilig vuur;
schrik van waarheid en natuur,
die de gratiën vermoordde!
Ja, die ter onzaalger uur
om het heilge te verkonden,
ons een toon hebt uitgevonden,
die ’t gebed van ’t vroom gemoed
in een lach verkeeren doet ...
Hoor wie u bewondren mogen -
God vergeef me zoo ik me ooit
in uw plooien heb geplooid! -
ik veracht u als de logen;
en ik zegende den dag,
dat ik u, door schrik bevangen
voor der waarheid ronden lach,
aan een witte das verhangen
ergens plechtig bunglen zag!



* De Génestet doelt hiermee op de plechtige hooghartigheid van sommige dominees en theologen

Geen opmerkingen: