28 september, 2007

Ko de Laat

Leve het profvoetbal!

Oranje had zowaar weer eens gewonnen
Met matig spel, moest worden vastgesteld
Wat was hierop des captains commentaar?
“De bal kon niet goed rondgaan op dit veld”

Ze waren niet zo denderend begonnen
Maar dat had men ook achteraf voorspeld
Het was van meet af aan al zonneklaar:
De bal kon niet goed rondgaan op dit veld

Ze staan daar niet voor twee consumptiebonnen
Da’s waar en dat mag ook wel eens vermeld
Maar nu was het toch werkelijk te zwaar:
De bal kon niet goed rondgaan op dit veld

Supporters, wees toch niet zo onbezonnen!
Staak toch uw loos gekanker en bedaar!
De bal kon niet goed róndgaan op dit veld!


Tweede vers van het drieluik 'Leve het profvoetbal!', Uit Zonder Botox, 2003
Zie voor meer gedichten alhier.

27 september, 2007

Zijlstra

ouwe slammer

daar staat hij
the stupid woman's idol
papieren in de hand
als een woedende vuist
vol pinda's:

begrijp toch mensen
dit wat ik zeg
betekent iets!



22 september, 2007

Mededeling van de redactie

De redactie van De Valse Noot heeft besloten een gratis advies deels ter harte te nemen. We gaan, wat reacties betreft, even pauzeren. We blijven hekeldichten plaatsen op woensdag en zaterdag. Eerdere reacties zijn bewaard. Zojuist hebben we onze verzameling Dichters des Vaderlands gecompleteerd met twee bijdragen van Simon Vinkenoog. Voorwaarts met frische moed! Hekelt elkander toch van harte!

Lawrence Ferlinghetti / vert. Simon Vinkenoog

Mouth/Mond

Ik heb genoeg van mijn mond
Die is te klein
en zegt niet genoeg
en zingt niet genoeg
en straalt geen licht uit
als je ogen
altijd potdicht
als er gezongen moet worden
of opschepperig
schrale lippen en halsstarrig
in essentie een gesloten mond
Ik heb geprobeerd
hem wijder open te zetten
mijn hele leven.
Sommige dingen kan die echt niet zeggen
hoewel het hart hem voorzegt
het is een bijtgrage mond
hoewel die nooit iets levends bijt
Slechts dode dieren
en placht alles in zicht te eten
Hij heeft meerdere slagen geleverd
met dode koeien varkens lammeren konijnen ossen
en vogels van allerlei soort
en wist ze allemaal op te kauwen
Een echt aarsgat deze mond
een proto-fascist die censor speelt
altijd een gedachte onderdrukkend
in plaats die te bevrijden
Deze mond van mij
die altijd open dicht gaat
op het verkeerde moment
vrijuit sprekend
als hij zijn mond moet houden
zijn scherpe tongetje
nog daar gelaten het feit
dat ik er soms zo maar wat uitflap
Die mond van mij
heeft heel wat meegemaakt
maar hij leert het nooit
Hij blijft maar
de domste dingen zeggen
de stomste dingen
in een paar talen
waarbij hij altijd doet
of hij ze vloeiend spreekt
Wat een farceur
wat een aansteller
wat een nabauwer
wat een volmaakte oplichter
Het is geen slechte mond
hoewel hij soms geroddeld heeft
Het is in elk geval geen schreeuwlelijk
Hij wil alleen maar een goede mond zijn
om zijn essentiële functie te vervullen
En waarom niet?
Maar moet hij dan ook praten?
Misschien moet ik Trappist worden
Alles wat ik weet is dat
ik genoeg heb van deze mond
Deze mond die me gevoed heeft
al die jaren
die mensen gezoend heeft voor mij
en heel wat andere dingen probeerde te doen
bij mensen om mijnentwil
Hoe dan ook ik zit ermee
Er is niets aan te veranderen
Ik kan hem niet dichtnaaien
Dus wat kan ik er anders mee doen
dan blijven aanvaarden
wat hij eet voor mij
wat hij zegt voor mij
En wie weet
misschien op een dag
zal die echt openbreken
en er echt uitflappen
een soort grootse poëzie
in een of ander oertaal
van liefde en licht en mest gemaakt
een of ander groot onsterfelijk lied
dat geen mens ooit eerder hoorde
noch eerder zong


uit Zonneklaar - Gedichten in het nieuwe millennium, Simon Vinkenoog, Uitgeverij Passage, 2006

Simon Vinkenoog

SUITE PATHÉTIQUE
(Hiroshima Furore/Goelag Raga/Holocaust Hymne/Soweto Blues)
Voor Amnesty International
Niets te eten, niets te duchten,
niemand luistert naar ons zuchten;
niemand weet wat lijden is,
levende hel en verdoemenis.

De rijken rijker de armen armer,
de koude kouder en de hitte warmer;
alle tegenstellingen groter,
en alles wat naakt is steeds bloter.

Niemand die een ander ziet,
het licht in de ogen schijnt niet.
de waarheid is een droef verhaal
op kleine en op grote schaal.

Wie weet hoever de pijn kan gaan,
waar komt toch al het onrecht vandaan?
Klagen, bidden, smeken, vragen –
niemand kan andermans lasten dragen.

De hele wereld staat in brand,
in dode verten is het licht beland,
de zwarte gaten in het geweten
worden weggedronken, weggevreten.

De een de lusten, de ander de lasten,
de een die zwelgt waar de ander moet vasten.
Vrijheid, gelijkheid, broederschap –
ooit verwacht en nu een grap.

Wie wil de klachten in de wereld horen,
wie durft een ander in de slaap te storen?
Wie werpt zich in de strijd voor mensenrechten,
wie weet dat het tijd wordt om te vechten?

Zoveel mensen van hun plaats gedrongen,
zoveel liederen niet gezongen,
zoveel om opzij te leggen –
zoveel woorden om niets te zeggen.

Het lijden dat van alle tijden is
nu een gruwel en een belijdenis,
zoveel mensen die hun macht niet delen,
zoveel mensen die zich doodvervelen.
Zoveel dingen achter schone schijn verborgen,
zoveel zaken die het daglicht niet verdragen,
zoveel dat geheim gehouden wordt,
zovelen die vergeten waaraan het schort.

het is alsof de mens niet meer is
een bewust gegeven naar Gods gelijkenis.
Het is alsof de mens niet meer weet
wat hij niet vergeten mág, maar vergeet…
Het is met de oude wereld gedaan,
de tijd van martelingen breekt aan,
de tijd dat de aarde beeft onder je voeten,
dat je niet meer wáar het te zoeken…

In je denken zul je vinden
in je voelen zul je weten
in je daden zul je ervaren
in je ideeën zul je leven

Niemand weet iets en niemand ziet iets
Niemand wil iets en niemand verroert zich.

Alles is angst
en niets is te zeggen;
op eigen falen
het moeilijkst
de hand op te leggen.

Niemand niemand niemand weet
het leven een vergeetboek terwijl je het leest
de pijn durft niet te branden in je ogen
het leven is een zware last zonder mededogen.

Wie twijfelt is een verrader
zonder liefde kom je niet nader,
er is een licht aan de horizon:
de vrijheid lokt en roept kom!

De wereld houdt niet op bij de grens –
er is geen afstand tussen mens en mens.
Wat hart, hoofd en hand verbindt,
is wat je in ieders ogen vindt.

Op daadkracht van mensen komt het aan,
voor de vrijheid nog een lange weg te gaan,
het vrije woord en het vrije denken,
geen leedvermaak en niemand krenken.

Niet naar wapens grijpen of geweld:
daar is je vijand op gesteld!
Het onrecht te lijf met humor en moed,
onverdraagzaam blijft het vergoten bloed.

Niets te weten dan kindergestamel
niets te horen dan huilende kinderen

niets te voelen dan mensen achter tralies
niets te zien dan vicieuze cirkels

Niets te verliezen en alles te winnen
niets te voltooien en alles te beginnen

De dag vandaag een nieuwe dag
na elke nacht een nieuwe dag

in elke tijdgenoot een heilig vuur,
voor ieder mens zijn eigen uur.


uit Het Hoogste Woord, Holmsterland/SKF, 1996)

21 september, 2007

19 september, 2007

Driek van Wissen

ANTI-FRIES

Als Holland winters is getooid
En wij van kou welhaast verrekken
Blijkt Friesland dichtbevolkt met gekken
Die ’s winters gekker zijn dan ooit.
De maffe koppen, strak gelooid
Ontspannen plots in losser trekken
Terwijl zich rond de stuurse bekken
Een soortement van glimlach plooit.

In onverstaanbare gesprekken
Worden dan praatjes rondgestrooid
Die ijdele verwachting wekken,
Totdat de goden, als het dooit
De hoop der dwaze halzen nekken.
Nee, de elfstedentocht komt nooit!

1982

Driek van Wissen

ANTI-FRIES VOLKSLIED

Ik ben een zoon der Olle Grieze,
een Groninger van kindsbeen af,
en dus heb ik de pest aan Friezen;
die vind ik echt in één woord maf
en zwaar behept met eigenwaan,
die platte Friezen op hun terpen,
die enkel al door hun bestaan
een smet op onze natie werpen
en daarbij met hun stomme koppen
een koe beschouwen als hun god.
Hoe komt men toch bij “Friesland boppe”?
Hoe krijgt een mens het uit zijn strot?

refrein:
Weg met de Fries ! – dat is ons devies,
daar zijn wij Groningers voor.
Wat men ook zegt, de Friezen zijn slecht,
dat hebben Groningers door.
Dus zingen wij dikwijls in koor:
Vriezen ze dood, dan vriezen ze dood,
dat is bepaald geen verlies.
Vriezen ze dood, ach vrienden, geen nood,
wat kan het schelen, zo’n Fries?

Ze zijn zo gek op hun folklore
en op de Beerenburgerkruik,
hun taal is niet om aan te horen
en dwaas is menig volksgebruik.
Zo grijpen zij de botte bijl
als iemand poogt hen te bekeren.
Des zomers zijn zij onder zeil
en teisteren de Friese meren,
doch ’s winters gaan ze al op schaatsen
het ijs op na de eerste nacht.
Ook zijn de Friezen dol op kaatsen,
maar niemand die de bal verwacht.

refrein:
Weg met de Fries! – dat is ons devies,
daar zijn wij Groningers voor.
Wat men ook zegt, de Friezen zijn slecht,
dat hebben Groningers door.
Dus zingen wij dikwijls in koor:
Vriezen ze dood, dan vriezen ze dood,
dat is bepaald geen verlies.
Vriezen ze dood, ach vrienden, geen nood,
wat kan het schelen, zo’n Fries?

Doch als ik denk aan de Friezinnen,
die blonde deernen in het hooi,
word ik ter plekke warm van binnen,
die vind ik gek genoeg zelfs mooi.
Ik sta nog altijd stomverbaasd:
een land met zulke schone vrouwen,
wie zet daar zulke mannen naast,
zo lelijk en zo onbehouwen,
dat ze je bloed welhaast doen stollen,
dat past in wezen van geen kant.
Een koe zou afzien van zo’n bolle
en vluchten naar een ander land.

refrein:
Weg met de Fries! – dat is ons devies,
daar zijn wij Groningers voor.
Wat men ook zegt, de Friezen zijn slecht,
dat hebben Groningers door.
Dus zingen wij dikwijls in koor:
Vriezen ze dood, dan vriezen ze dood,
dat is bepaald geen verlies.
Vriezen ze dood, ach vrienden, geen nood,
wat kan het schelen, zo’n Fries?

17 september, 2007

Alexandra van de Pol

In excelsis antitheo

opgedragen aan BFMD

Verdom me, Torquemada, helleveeg
het dek aan met mijn bezem, want de ratten

verlieten uw verzonken Ark en brachten
gezamenlijk een zondevloed teweeg

en ja, het is gegeven, ik beken
dat ik een dochter van Azazel ben

mijn tong dient slechts de blasfemie, maar leeg
mijn heidenhoofd van kwalijke gedachten

dan kan ik uw kwaadwillendheid bevatten
die ik vermoedde en nog nooit verzweeg

ik wed dat als u mij zult laten branden
u dit uit gulle naastenliefde doet

dus reinigt u gerust de vuile handen
in as van ’t kwaad en zuiver kettersbloed

doch handelt u conform mijn laatste wens;
bekrachtig, eer ik voor mijn zonden boet

de grondslag voor ontaarding van de mens
want ‘god’, uw vuist voelt hemeltergend ‘goed’.

15 september, 2007

Gerrit Komrij

Oorlogssonnetje

Loert daar geen terrorist achter het raam?
Ik hoorde het in de keuken ook al tikken.
Ik droom van mullah, mohammed, imam
En van de minste windstoot moet ik schrikken -

Een losse dakpan of een arabier?
Ik slorp het nieuws op. De tv staat warm.
Ik ben nerveus. Ik heb niet echt plezier -
Ik ben de gijzelaar van vals alarm.

De heren worden stichtelijk bedankt.
Ze stampvoeten en zijn alleen nog zoet
Als er ten minste één sirene jankt.

Wie speelt het in zo'n kleuterklasje klaar
Een oorlog af te wenden die al woedt?
Doe nu je oorlog maar, papkind, doe maar.


Noot van de redactie: het gedicht 'Oorlogssonnetje' stond op 25 februari 2003 in NRC Handelsblad en werd geschreven onder het teken van de Dichter des Vaderlands.

14 september, 2007

F. Starik

SCHÖNE WELT

kutreuma en belastingfraude
dat is ondenkbaar dat ik dat gezegd heb
los daarvan wist ik niet eens dat reuma
de reden van jouw stok is

- nooit bij na gedacht zelfs wat het dan wel moest zijn –
en van belastingfraude heb ik zeker ook nog nooit
iemand beschuldigt haha dus trek dat eens terug
johanna je verwart me met iemand anders

wat zijn kwamen? En wie hebben ze afgeslacht?
Je moeder? En zelfs vind ik je nog vrij ondankbaar ook
ik ben de enige geweest, met kans op 450 euro boete,
die het voor je opgenomen heeft

toen die hondd en die rosseel
je kwamen afslachtten
ik heb het gesafed, maar dat moet ik opzoeken
dus op een andere pc, ik heb een schijfcrash gehad.

De rest van de discussie heb ik wel gevonden
en ligt als het goed is in je mailbox
daar staat de rest van je gescheld n.a.v kritiek
die ik op je gedicht had. Ik laat het hierbij

ga verder niet met jou of met wie dan ook in discussie
op deze plek dat fragment is helemaal niet van mij
ik heb jou nooit zoiets geschreven
met extreem geweld/knokploegen

hij maakte zich schuldig aan grove laster
moet me toch van het hart
dat alle laster en exponentieel
toenemende onrechtmatige ziekelijke acties

dank voor uw bezorgdheid maar zelfmedelijden
staat mij niet, die walm ontwaar ik nergens,
of het moet dat stukje zijn waarin ik de redenen noem
waarom ik geen aangifte heb gedaan?


Noot: F. Starik componeerde in zes minuten deze flarf, een bloemlezing uit de reacties op het eerder op De Valse Noot geplaatste gedicht Stalkers van Alexis de Roode. Daarbij zijn de wonderlijke interpunctie, de spelfouten en grammaticale onjuistheden intact gelaten, precies zoals de reageerders zich uitdrukken, of proberen uit te drukken, wat eigenlijk nooit lukt.

13 september, 2007

O. Trauersucht

Zuur

Het spijt me, maar het moet mij van het hart
dat sinds ik ben vertrokken, de sfeer hier is verhard.
De wolf wil schaamlippen in zoutzuur prakken
en dan zetten jullie zijn aanvaller te kakken?

Het is zuur, zuur, maar o, wat is het zoet.
Wat smullen de mensen van braaksel en bloed.
En het ergst, wie zal hier voordeel uit halen?
Wie zal straks lachen, kakelen, smalen?

Wie denkt dat het volk naar de Bruna zal lopen
om daar de bundels van Droog FM te kopen?
Vergeet het maar. Het volk is slecht en dom.
Dat loopt kwijlend te hoop op de bundels van Pom.

12 september, 2007

Alexis de Roode

Stalkers

Dichters op internet leven van strijd,
pesterij, jaloezie, insinuaties en nijd.

Maar nu heerst een nieuwe wet in het land.
Zie de verdelger, het zwaard in zijn hand!

Bart F.M. Droog: de redder van internet.
De moker uit Groningen, eindelijk weer ingezet!

De schrik van de Welkwiek en Vierkante Man!
Hij vond T.S. Eliot in diens roman

(die bijna compleet uit citaten bestaat)
en schreeuwde triomf: plagiaat! plagiaat!

Probeerde dus jaren de man te verdelgen,
om, toen dat mislukte, in wanhoop te zwelgen.

Maar jee: eenmaal weg, werd het internet grover.
Andere sites namen het treiteren over!

De bas was gemeen, maar de wolf was echt vuil.
Achter spelfouten, stijlfouten, klonk soms gehuil.

En hij kreeg meer bezoekers dan de website van Droog!
Onvergeeflijke misdaad! Ruk uit dat oog!

Ja hij stal zijn bezoekers! Die wolf met z’n praatjes.
Een dief, ja dat was het. En ook nog van plaatjes.

Het ging soms wel ver. En dat achter zijn rug!
Maar godlof, eindelijk! F.M. Bart kwam terug!

Haha! Wanhoop gij allen, die bezoekcijfers loog!
Hier komt uw verdelger: ’t is Bart F.M. Droog!

Geen spelfout ontsnapt hem! Beledigt u mensen?
U zult zich weldra in Australië wensen!

Bent u een fotodief? Pas op voor uw hand!
Daar is ’t zwaard! Oog om oog, tand om tand!

Vroeger gold onschuld, tot schuld was bewezen.
Maar Droog hoeft zich zo niet de wet laten lezen!

Als Droog heeft beoordeeld, dat Kwaad is geschied,
volgt meteen executie; Bart F.M. schiet!

Want hij WEET. ‘t Is magie. ’t Is knap. ’t Is tover.
De rechter, politie, slaat hij gewoon over.

Bart is geen mens meer. Bart is het Lot.
Een zwaard der gerechtigheid. Werktuig van God!

De hand van Justitia, de mond en het zwaard.
De blinddoek? Ruk af! Gooi dat ding in de haard!

Het orakel van Groningen, koning der koningen.
Dringt zonder kloppen in internetwoningen.

Schrijft podia aan om de schurkstem te doven
en zo zijn collega van broodwinning te roven.

Je baan kwijt? Je vrouw boos? Een schuld huizenhoog?
Moest je maar luisteren naar Bart F.M. Droog!

Publiceert privégevens van wie hem niet aanstaat.
Ondraaglijker nog is de toon die hij aanslaat.

De wolf, inderdaad, die jaagt, bijt en gromt.
Maar dit schaap maakt kabaal waarbij alles verstomt.

Zelfverklaard voorstander van “stasi-methoden”.
Berooft concurrenten het liefst van den brode.

Een schaap met een attitude. Dood aan de wolven!
Wie graaft daar een kuil? Wiens graf wordt gedolven?

De wolf, die wacht. En zwijgt in elke taal.
Het schaap blaat triomf en maakt hels kabaal.

En al waar het schaap de wolf van beticht
heeft het schaap inmiddels zelf dubbel verricht.

Zie ‘t lam dat draagt de zonden der mensheid!
Martelaar in spe, die geen enkele grens mijdt.

Zelfspot? Nihil. Overmoed: groot.
’t Was eventjes goed. Gooi hem nu in de sloot.

Want hoor wat hij doet: die M.F. bard Groot!
de zak lastert nu zelfs De Valse Noot!

11 september, 2007

Multatuli

Grafschriften op Thorbecke, XIII

Hier ligt de man die naar z’n beste weten,
Het Volk belette zich aan biefstuk ziek te eten.
En om de gewoonte van kauwen en malen niet te verliezen,
Gaf hij ’t een papieren kieswet tussen de kiezen.


Toelichting: zie hier.
"Slechts 2,5 procent van de bevolking kon onder deze grondwet stemmen, afhankelijk van de hoeveelheid betaalde belastingen. Multatuli behoorde niet tot deze groep. Met de kieswet van Thorbecke had niet het volk, maar de gegoede burgerij een stem had gekregen in de politiek. (...) Multatuli was één van de eerste Nederlanders die pleitte voor algemeen kiesrecht."

08 september, 2007

Reinier de Rooie

Niemand thuis

tegen de gristelijke wederopstanding
(in antwoord op Gijs ter Haar)


droeg ik weer een kruis ik zou de ramen
loodzwaar lappen landschap deponerend
aan de voeten van wat waarheid werd
in een opstand uit de dood

niet zou ik hier in het komische de kosmonauten
condoleren die ach de trage nacht doorwaden
of draven over toetsenbord van shift naar enter
in poging enig bloem te wekken
als alle beroering zou liefde zijn
hoe ogen zich dan dieper kleuren
zie monden zich verrekken

droeg ik weer een kruis ik zou de schaterlach
parterre dragen en alle ankers lichten
want keek ik om en nam zo wraak
- terwijl een stervende naar adem hapt
zijn handen niets meer vattend -
ik spoog Hem bloed in het gelaat

04 september, 2007

Bernard Wesseling

Op een testbeeld

Zeker, het celebrity-echtpaar triggert ook mijn fantasie
maar daarom wrijf ik nog geen magazines tegen elkaar

In mijn onmacht of meerderwaardigheidsbesef tegenover elektronica
sta ik tot vermaak van derden op een webcam in te praten

domme robot, domme domme robot

Google dít:
koeroe is een lachziekte voor de pygmee
die bij besmetting
- dus niet: stomme westerse clown maakt buiging krijgt schop
onder zijn hol rapapa -
zich letterlijk bescheurt

Bij gebrek aan een degelijke sitcom speel ik standbeeldje
met de spotlights
kruip op mijn laatste benen rond tot ik in zicht plof
applausmeter op tilt

Wat ik wilde vragen: zullen we bloedbroeders worden
of heb je meer te doen vandaag?

Niet van wat nodig lijkt nog leverbaar


uit de bundel Focus, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2006
(C. Buddingh’-prijs 2007)

01 september, 2007

Fokko Meindertsma

Enjambement

ik vind

het vreselijk irritant

wanneer de

dichter z'n

zin

in stukken

hakt.