22 september, 2007

Simon Vinkenoog

SUITE PATHÉTIQUE
(Hiroshima Furore/Goelag Raga/Holocaust Hymne/Soweto Blues)
Voor Amnesty International
Niets te eten, niets te duchten,
niemand luistert naar ons zuchten;
niemand weet wat lijden is,
levende hel en verdoemenis.

De rijken rijker de armen armer,
de koude kouder en de hitte warmer;
alle tegenstellingen groter,
en alles wat naakt is steeds bloter.

Niemand die een ander ziet,
het licht in de ogen schijnt niet.
de waarheid is een droef verhaal
op kleine en op grote schaal.

Wie weet hoever de pijn kan gaan,
waar komt toch al het onrecht vandaan?
Klagen, bidden, smeken, vragen –
niemand kan andermans lasten dragen.

De hele wereld staat in brand,
in dode verten is het licht beland,
de zwarte gaten in het geweten
worden weggedronken, weggevreten.

De een de lusten, de ander de lasten,
de een die zwelgt waar de ander moet vasten.
Vrijheid, gelijkheid, broederschap –
ooit verwacht en nu een grap.

Wie wil de klachten in de wereld horen,
wie durft een ander in de slaap te storen?
Wie werpt zich in de strijd voor mensenrechten,
wie weet dat het tijd wordt om te vechten?

Zoveel mensen van hun plaats gedrongen,
zoveel liederen niet gezongen,
zoveel om opzij te leggen –
zoveel woorden om niets te zeggen.

Het lijden dat van alle tijden is
nu een gruwel en een belijdenis,
zoveel mensen die hun macht niet delen,
zoveel mensen die zich doodvervelen.
Zoveel dingen achter schone schijn verborgen,
zoveel zaken die het daglicht niet verdragen,
zoveel dat geheim gehouden wordt,
zovelen die vergeten waaraan het schort.

het is alsof de mens niet meer is
een bewust gegeven naar Gods gelijkenis.
Het is alsof de mens niet meer weet
wat hij niet vergeten mág, maar vergeet…
Het is met de oude wereld gedaan,
de tijd van martelingen breekt aan,
de tijd dat de aarde beeft onder je voeten,
dat je niet meer wáar het te zoeken…

In je denken zul je vinden
in je voelen zul je weten
in je daden zul je ervaren
in je ideeën zul je leven

Niemand weet iets en niemand ziet iets
Niemand wil iets en niemand verroert zich.

Alles is angst
en niets is te zeggen;
op eigen falen
het moeilijkst
de hand op te leggen.

Niemand niemand niemand weet
het leven een vergeetboek terwijl je het leest
de pijn durft niet te branden in je ogen
het leven is een zware last zonder mededogen.

Wie twijfelt is een verrader
zonder liefde kom je niet nader,
er is een licht aan de horizon:
de vrijheid lokt en roept kom!

De wereld houdt niet op bij de grens –
er is geen afstand tussen mens en mens.
Wat hart, hoofd en hand verbindt,
is wat je in ieders ogen vindt.

Op daadkracht van mensen komt het aan,
voor de vrijheid nog een lange weg te gaan,
het vrije woord en het vrije denken,
geen leedvermaak en niemand krenken.

Niet naar wapens grijpen of geweld:
daar is je vijand op gesteld!
Het onrecht te lijf met humor en moed,
onverdraagzaam blijft het vergoten bloed.

Niets te weten dan kindergestamel
niets te horen dan huilende kinderen

niets te voelen dan mensen achter tralies
niets te zien dan vicieuze cirkels

Niets te verliezen en alles te winnen
niets te voltooien en alles te beginnen

De dag vandaag een nieuwe dag
na elke nacht een nieuwe dag

in elke tijdgenoot een heilig vuur,
voor ieder mens zijn eigen uur.


uit Het Hoogste Woord, Holmsterland/SKF, 1996)