20 december, 2007

Alexis de Roode

Lied van de aardoliegeest

Diep uit de aarde kwam ik

waar ik foraminiferen veranderde in marmer,
diatomeeën omtoverde tot kwarts,
planten liet uitvloeien tot olie.

Toen bevrijdde mij de mens uit mijn cel
en schonk mij wat ik niet kende:
de ruimte. Ik sprong op tot de sterren.

Uit dank gaf ik de mens mijn geest
van mineraal. Met tijdloze kracht
verloste ik hem van het kleine leven.

Ik bevrijdde hem van de dienstbaarheid
aan bioritme, groeirichting, evenwicht,
en schonk hem rauwe energie zonder maat.

Waar voorheen paarden struikelden
over handgelegde steentjes, bekleed ik
de aarde met asfalt, glad als een babyhuidje.

Ik wrong het potlood uit de hand van de architect
en gaf hem computers, machines,
onverwoestbare regelmaat.

Uit de landbouw verwijderde ik de stront
en de vliegen. Ik schonk haar zuivere
kunstmest, glaswol, nieuwe genen.

De zielzorg bevrijdde ik van de ziel,
en gaf haar rust en geluk in pilvorm.
Smetteloos maak ik het denken.

Smetteloos het voedsel.
Smetteloos de landbouw.
Smetteloos de huizen.
Smetteloos de zorg.
Smetteloos de kunst.
Smetteloos het lichaam.
Smetteloos de geest.

copy paste
copy paste
copy paste
copy paste

Geen opmerkingen: