01 december, 2007

Karlijn Groet

van een man van wie ik dacht


ik ken een man
van wie ik dacht dat ik hem kende
toen er niks meer over was
dat lelijker was dan hij
bekeek hij zichzelf
een paar duizend keer en besloot:
ik ben oud

onder het minder wordende haar
en de diepere grauwe kloven
was het de dunner wordende huid
die meer nog dan zijn leeftijd
zijn lelijkheid liet doorschemeren:
die scheen naar buiten toe
van binnenuit

toen er geen cel meer over was
om mee te onthouden
noemde hij ieder boek te lang
en las zo heel veel zinnen niet
die hij wel had horen lezen
ik noem er één:
als je omlaagtrapt,
blijf je stilstaan,
en toch lijkt het alsof je omhooggaat

toen er geen mens meer over was
om weg te pesten
werd zijn woede bitter
tot er ook niemand meer was
die van hem hield
onder de mensen die hem
onvoorwaardelijk niet haatten
begon hij een rangorde

dochter twee kwam op plaats 1
dochter 1 kwam op plaats twee
zijn vrouw telde
al heel lang niet meer mee
liet hem al jaren
onvoorwaardelijk koud

toen er geen site meer was
die hem nog toeliet
werd hij meester
van zijn eigen web
doctor Who speaks
twenty-one languages
of loneliness

1 opmerking:

pom wolff zei

[b]een laatste groet


je zal wel weer eens een gedicht
waarin je over je zelf nog
het leven laat

geen adem uit je moeder perst
of uit de man die meer dan wie
dat het op inhaleren leek
om je dochter nog
hun laatste zuurstof

het hing je op
zo staat ze
om je grafsteen heen
en bleef ze - wat ze was
dochter een

geen zusje om van te houden



pw[/b]


.