01 mei, 2016

Hekeldicht op een hekelaar

Dat woord alleen al: hekelaar.
Het steekt net als een mene tekel.
Aan niets heb ik zo’n pokkenhekel
dan aan een gisper, zeveraar.

Hij teert slechts op wat anderen doen.
Die fielterige parasiet
is erger dan een persmuskiet:
zijn levensgal kent geen fatsoen.

Geboren als een aterling
werd hij een volbloed querulant.
Zijn ongenuanceerd verstand
wil enkel zelfbevrediging

waardoor alleen hijzelf geniet.
Zo blijft hij groot, die zielenpiet –

Inge Boulonois

25 april, 2016

Klacht

De Turken, 't is schande,    
    Europa bestrijen,
Te water, te lande,    
    Wie zal ons bevrijen?
Zij trekken vast henen
Den stroom op naar Weenen.    
    De Keizer sta vast!    
O Christen-vrijheid, gij zijt in last.

Joost van den Vondel
1639

27 maart, 2016

Guido Gezelle

En durft gij mij

En durft gij mij van dichten spreken,
die nimmer zijt in staat
twee reken
te rijmen dat het gaat!

Het dichten is van God gegeven,
maar niet aan elk ende een
in 't leven;
de kunste is niet gemeen.

Laat bloeien al die roos mag wezen,
spruit helder, zijt gij bron;
maar dezen
die ton zijn blijven ton!

De miere en zal geen peerd heur wensen,
de krieke geen radijs;
de mensen
alleen zijn niet zo wijs.

Zo, elk ende een het zijne! Soldaten
het buskruit, zo 't behoort,
gelaten,
en Dichteren het woord!